Zorgverlening
Met behulp van een spirometer (een klein apparaatje waarin je moet in- en uitademen) wordt de hoeveelheid lucht die de longen kunnen bevatten gemeten en die zich verplaatst tijdens de in- en de uitademing. Ook de hoeveelheid restlucht die na een volledige uitademing in de longen achterblijft, kan zo ingeschat worden.
De uitslagen van de spirometrie helpen de huisarts om de diagnose astma of COPD te stellen en de ernst ervan te bepalen. De praktijkondersteuner gebruikt de de uitslagen om de longfunctie bij patiënten te vergelijken met vorige metingen.